Beelden van een bijzonder decennium
DOOR:
Bram van der Wilt en Bas Kromhout
De jaren 90 waren voor velen een optimistische tijd. De Koude Oorlog was voorbij, grenzen verdwenen en nieuwe vormen van massacommunicatie brachten de wereld binnen bereik. Ook op cultureel gebied werden de grenzen opgezocht: niets was te gek, alles mocht. Vrijheid was het sleutelwoord. Op sociaal en economisch gebied deed de staat een stapje terug, vertrouwend op de burger. Maar meer eigen verantwoordelijkheid zorgde ook voor onzekerheid bij mensen. Wie afhankelijk was van gesubsidieerde zorg of een vaste overheidsbetrekking had, kon de nieuwe vrijheid als een bedreiging ervaren. In de jaren 90 werden de kiemen gezaaid voor onvrede, die na 2000 uitbotten in de vorm van nieuwe politieke bewegingen tegen het establishment.
Berlijn
Berlijn was in de eerste tien jaar na de val van de Muur de plek waar het gebeurde. Terwijl bouwvakkers uit heel Europa een nieuw stadscentrum tussen Oost en West uit de grond stampten, vestigde de creatieve Szene zich in de oostelijke wijk Prenzlauerberg. Tussen de vervallen woonblokken en de nieuwe glazen torens bloeide een muziekcultuur waarin snoeiharde beats – al dan niet aangevuld met loodzware gitaren – de toon zetten. Elk jaar in juli bezochten tienduizenden liefhebbers van techno-muziek uit heel Europa de Love Parade: een gigantische openlucht-rave met dj’s op vrachtwagens.
Vluchtelingen
Vluchtelingen uit het door burgeroorlogen verscheurde Joegoslavië klopten massaal aan de deuren van andere Europese landen. Zo’n zes miljoen mensen – Bosniërs, Kosovaren, Kroaten en Serviërs – namen de wijk. Dat leidde ook in Nederland tot recordaantallen asielzoekers: in 1994 zo’n 50.000. De opvangcentra raakten overvol en sommige ontheemden moest in tenten overnachten. Naast de daartoe aangewezen overheidsinstanties zetten hulporganisaties en kerken zich in voor een humane opvang en integratie in de samenleving.
Naomi Campbell
Naomi Campbell (Londen, 1970) was in 1987 de eerste zwarte covergirl van de Britse Vogue. In de jaren daarna groeide zij uit tot een van de allerberoemdste supermodellen. Zoals veel sterren in de jaren negentig zette Campbell zich in voor het goede doel: in haar geval het kinderfonds van de Zuid-Afrikaanse president Nelson Mandela. Later zou worden onthuld dat zij in de coulissen van een benefietoptreden twee ‘bloeddiamanten’ ontving van de Liberiaanse president en oorlogsmisdadiger Charles Taylor.
Standbeelden
Monumenten van het communisme waren in Midden- en Oost-Europa nog overal te vinden. Voor de meeste inwoners symboliseerden ze een tijd van onvrijheid en economische stagnatie, die ze liever zo snel mogelijk achter zich lieten om aan te sluiten bij het liberale Westen. Op bezoekers uit West-Europa oefenden deze relicten van een gefaald systeem juist een vreemde aantrekkingskracht uit. Uit toeristische en historische overwegingen werden in verscheidene landen ‘standbeeldkerkhoven’ ingericht waar men de overbodig geworden Lenins, partizanen en kolchozvrouwen kon aanschouwen.
Voetbal
Voetbal was ook in de jaren negentig dé Europese volkssport. Voor Nederland waren er successen met Oranje (vierde op het WK in Frankrijk in 1998) en Ajax (winnaar van de Champions League in 1995). In hetzelfde jaar deed het Europese Hof van Justitie een belangrijke uitspraak in een zaak die was aangespannen door een Belgische international. Vanwege Europese afspraken over het vrije verkeer van werknemers mocht de UEFA geen limiet meer stellen aan het aantal buitenlandse spelers per elftal. Dit ‘Bosman-arrest’ maakte de weg vrij voor de rijkste clubs in Engeland, Spanje en Italië om zoveel mogelijk Europese vedetten op te kopen.
Interrail
De trein was voor jonge Europeanen het vervoermiddel bij uitstek om alle uithoeken van het nieuwe Europa mee te verkennen. Dankzij het betaalbare Interrail-ticket konden ze in- en uitstappen waar ze wilden. Behalve naar Mediterrane landen namen Nederlandse studenten ’s zomers massaal de trein naar het voormalige Oostblok, dat nog maar sinds kort vrij toegankelijk was. In Praag, Boedapest en Krakau zochten ze naar authentieke sporen van het leven achter het IJzeren Gordijn.
Jeltsin en Clinton
Boris Jeltsin, de Russische president (links) kon het prima vinden met zijn Amerikaanse collega Bill Clinton. Jeltsin ontbond in 1991 de Sovjet-Unie samen met de leiders van andere deelrepublieken. Vervolgens voerde hij een razendsnelle liberalisering van de economie door. Hiervoor kreeg hij alle lof en steun van de Verenigde Staten, maar in eigen land leidden de schoksgewijze hervormingen tot een daling van de levensstandaard en de opkomst van puissant rijke oligarchen. Zelf vertoonde Jeltsin zich steeds vaker dronken in het openbaar. Veel Russen ervoeren dit alles als een nationale vernedering.
Grunge
Grunge, een muziekstroming uit de Noordwest-Amerikaanse stad Seattle, liet een ander geluid horen dan de hedonistische techno. Zangers als Kurt Cobain (Nirvana), Eddie Vedder (Pearl Jam) en Chris Cornell (Soundgarden) schreeuwden hun ziel uit, begeleid door rauwe gitaarklanken. De aanvankelijk als ‘alternatief’ bestempelde muziek raakte ook bij miljoenen Europese adolescenten een gevoelige snaar. Zij hadden een eigen kledingcode: katoenen houthakkersbloezen, gescheurde spijkerbroeken, Doc. Martens-kistjes en slordig lang haar. Cobains zelfmoord in 1994 maakte hem tot martelaar van een generatie.
Frans protest
Forse bezuinigingen werden in 1995 aangekondigd door de rechtse Franse premier Alain Juppé. Die waren nodig omdat de Franse overheid kampte met een structureel begrotingstekort dat hoger was dan de ‘Maastrichtnorm’ (drie procent van het bruto binnenlands product). Werknemers in de publieke sector zagen zich geconfronteerd met massaontslagen, een loonstop en een verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd. In november en december legden zij massaal het werk neer. Twee maanden lang reden er in heel Frankrijk geen treinen en lag in Parijs ook het overige openbaar vervoer stil. Bijna dagelijks gingen tienduizenden de straat op. Ondanks de overlast stonden de meeste Fransen achter de demonstranten. Voor Juppé zat er niets anders op dan zijn plannen in te trekken.
Internet
Internet was aanvankelijk alleen beschikbaar voor overheids- en onderwijsinstellingen, met name in de Verenigde Staten. Maar in 1993 werd het world wide web opengesteld voor bedrijven en particulieren. En toen ging het hard. Universiteiten richtten computerzalen in waar studenten konden surfen en e-mails verzenden. Wie in het bezit was van een personal computer, sloot een abonnement af bij een provider en kocht een modem om via de vaste telefoonlijn in te bellen. De pioniers voorspelden dat internet de mensheid beter geïnformeerd en democratischer zou maken, maar van dat idee zijn de meesten inmiddels teruggekomen.
Pulp Fiction
De film Pulp Fiction van de Amerikaanse regisseur Quinten Tarantino zorgde voor een sensatie op het filmfestival van Cannes in 1994. De twee hoofdpersonen jagen op nonchalante wijze andere mensen een paar kogels door het lijf, ondertussen vrolijk kletsend over vrouwen en vakanties. Het geweld is even bloedig als cool, er wordt geen enkele moraal aan verbonden. De wereld van Pulp Fiction – gesitueerd in de buitenwijken van Los Angeles – bestaat slechts uit moord, geld, drugs en retromuziek. Dat een van de hoofdrollen wordt vertolkt door seventies-dansicoon John Travolta draagt bij aan het campy karakter van deze vrolijk nihilistische film.
Varkenspest
Varkensboeren moesten in 1997 een deel van hun veestapel onderbrengen in legertenten, omdat de stallen uit hun voegen barstten. De dieren mochten namelijk niet vervoerd worden in verband met een uitbraak van varkenspest. In september waren vierhonderd bedrijven in Nederland besmet. Om de epidemie te stoppen moesten 9,6 miljoen varkens en biggen voortijdig worden afgemaakt. Beelden van open vrachtwagens vol kadavers droegen bij aan een kritische maatschappelijke discussie over de bio-industrie. Behalve over dierenwelzijn kwamen er steeds meer zorgen over voedselveiligheid en volksgezondheid. De varkenspest was niet op mensen overdraagbaar, maar de gekkekoeienziekte die twee jaar eerder in Noord-Europa was opgedoken, kon via consumptie van besmet vlees leidden tot de dodelijke hersenziekte Creutzfeldt-Jacob.
Mobiel
Mobiele telefoons doken voor het eerst massaal op in het straatbeeld. In 1991 werd in Finland begonnen met het commercieel uitbaten van het gsm-netwerk. Nederland volgde drie jaar later. Het staatsbedrijf PTT Telecom had hier de primeur, maar in de daaropvolgende jaren werden ook andere aanbieders toegelaten tot de markt. Daardoor daalde de prijs van mobiel bellen (internetten was er nog niet bij) en kon aan het einde van het decennium vrijwel iedereen zich een abonnement permitteren. Telefoneren in het buitenland was nog wel duur; roamingskosten zijn pas in 2017 afgeschaft binnen de Europese Unie.
Gabbers
Gabbers noemden ze zichzelf: liefhebbers van de meest extreme vorm van techno-muziek die er te produceren viel. Het hart van de gabberscene was de Rotterdamse discotheek Parkzicht, maar fans waren te vinden in heel Nederland en daarbuiten. Gabbers hadden een negatief imago: hun muziek klonk agressief, ze schoren hun hoofdhaar af en ze gebruikten xtc om een nacht lang te hakkûh. In 1996 moest Parkzicht na een schietpartij de deuren sluiten. Politiek speelde bij de gabbers echter geen rol, en zelf beschouwden ze zich als één gezellige familie.
Ouderenzorg
Boze ouderen vulden op 13 april 1994 het PSV-stadion in Eindhoven. Aanleiding was de herstructurering van de bejaardenzorg die minister Hedy d’Ancona (PvdA) had aangekondigd. Alle verzorgingstehuizen zouden op termijn worden opgeheven; ouderen moesten zo lang mogelijk zelfstandig thuis wonen. Dat een sociaal-democratische minister deze verschraling van de verzorgingsstaat voor haar rekening nam, paste bij de nieuwe koers van de partij. In 1995 zei PvdA-leider Wim Kok dat het ‘afschudden van ideologische veren’ een ‘bevrijdende ervaring’ was. Als premier van twee Paarse kabinetten (1994-2002) werkte hij samen met de liberalen aan een verkleining van de overheid. Zijn beleid kreeg navolging van twee andere sociaal-democratische regeringsleiders: Tony Blair en Gerhard Schröder. In Nederland leidden de bezuinigingen op de bejaardenzorg en de AOW tot de oprichting van ouderenpartijen, die bij verkiezingen in 1994 samen zeven Tweede Kamerzetels haalden.
Kantoorleven
Debiteuren, crediteuren was een serie tv-sketches van de comedygroep Jiskefet over een alledaags kantoor. De twintig afleveringen van 15-20 minuten elk waren een doorslaand succes dankzij de herkenbaarheid. Het grootste deel van de Nederlandse beroepsbevolking zat overdag achter zo’n zelfde bureau, onder zo’n zelfde systeemplafond, naar zo’n zelfde lichtgrijze monitorbak te staren. En iedereen had wel collega’s die leken op de slome Edgar, de flauwe grappenmaker Jos, de mislukte alfa-man Storm en de miskende Juffrouw Jannie. De kantoorslaven die het Jiskefet-team op de hak nam, werden de grootste fans. Het duurde niet lang voordat in tienduizenden kantoren in Nederland ’s ochtends de jolige begroeting weerklonk: ‘Goeiesmorgens!’
Privatisering
Liberalisering van de economie vond niet alleen plaats in voormalige Oostbloklanden. Ook West-Europese regeringen lieten steeds meer dienstverlenende taken op het gebied van vervoer, infrastructuur, communicatie en energievoorziening over aan de vrije markt. Zo kreeg de Koninklijke PTT Nederland (KPN) in 1994 een notering op de aandelenbeurs en werden de Nederlandse Spoorwegen een jaar later volledig geprivatiseerd. Dit zou voordelen hebben voor de klant, die naar verwachting minder hoefde te betalen voor betere service. Deze belofte kwam in veel gevallen niet uit. Desondanks zouden de meeste politieke partijen, inclusief de sociaaldemocraten, nog lang vasthouden aan het neoliberale geloof in een onfeilbaar marktmechanisme.
Bram van der Wilt is beeldredacteur en Bas Kromhout is senior-redacteur bij Historisch Nieuwsblad.
-
Midden-Europa doet mee op eigen voorwaarden
Lees ook
-
Nog niet toe aan een post-Amerikaanse wereld
Lees ook